• Waar verschilt de ISO 14119 in tegenover de EN1088?

    De EN ISO 14119:2013 norm wijzigt de vorige EN1088 grondig, het gaat niet over een paar verschillen. De norm is gebaseerd op 3 pijlers, nl.:
    1. het reduceren van de aanleiding waarom men zou willen manipuleren
    2. het reduceren van de mogelijkheden om te manipuleren door bijvoorbeeld speciaal hiervoor ontwikkelde schakelaars te voorzien.
    3. reduceren van voordelen: het mag geen voordeel geven als je manipuleert De norm is grondig hervormd. Het is niet mogelijk om hiervan een korte samenvatting te geven. Hierna worden een aantal aandachtspunten weergegeven.

    Indeling interlock schakelaars in types.
    De interlocks zijn in 4 types ingedeeld:
    1. Mechanisch - niet gecodeerd (limit switch) = type 1
    2. Mechanisch - gecodeerd (switch met vork, sleutel procedure) = type 2
    3. Contactloos - niet gecodeerd (prox, magneet) = type 3
    4. Contactloos - gecodeerd (RFID, magnetisch) = type 4
    De types 3 en 4 bestonden niet in de EN 1088. De onderverdeling in types wordt gebruikt om in de norm aan te geven welk type wanneer toepasbaar is. Zo kan men met de types 1 en 2 geen PLe bereiken in enkelvoudige toepassing.

    Indeling gecodeerde interlocks volgens niveau van codering. In de gecodeerde interlocks is er een verdere indeling gemaakt naar mogelijkheid tot manipulatie. Deze indeling is gebaseerd op de mogelijke variaties in de code:
    1. Low level: 1 tot 9 variaties mogelijk (magnetisch gecodeerde interlocks)
    2. Medium level: 10 tot 1000 variaties in code mogelijk (sleutel procedure (sleutel kan enkel uit hekwerk als deur op slot is en deze sleutel is nodig om op te starten via aparte deurschakelaar))
    3. High level: > 1000 variaties in code mogelijk (uniek gecodeerde RFID's) Afhankelijk van je risicoanalyse moet je dan bepalen welk niveau je nodig hebt. Als de manipulatie te verwachten is, moet je naar high level gaan.

    Vergrendeling van deuren door magnetische vergrendeling.
    Tegenwoordig zijn er ook magnetische sluitingen zonder enige mechanische vergrendeling. Dit is toegelaten mits er rekening gehouden wordt met de kracht die men kan uitoefenen om de deur geforceerd te openen. De fabrikant van de interlock moet de sterkte van de interlock opgeven. De fabrikant van de machine moet (eventueel via C-norm) bepalen aan welke kracht de interlock moet voldoen. Annex I van de norm geeft hiervoor de nodige hulp. Indien toch een deur geforceerd wordt moet het een tijd duren om de veiligheidsfunctie terug te resetten. Deze tijd moet vergelijkbaar zijn met de herstelling van de forcering van een mechanische deur, minimum 10 min.

    Fabrikant verantwoordelijk voor anti-manipulatie.
    Hoofdstuk 7 beschrijft dat de fabrikant zodanig moet ontwerpen dat het manipuleren door de gebruiker vermeden wordt. Zoals reeds in de laatste machinerichtlijn zichtbaar is, wordt de verantwoordelijkheid expliciet bij de fabrikant gelegd. Dit doe je door in eerste instantie door een eenvoudig gebruik van de machine te garanderen, ook voor onderhoud, afregelingen en storingsdiagnose. Zo moet je bijvoorbeeld voor grote afgeschermde zones ook nog hulpmiddelen binnenin voorzien om componenten aan te sturen via dodemansknoppen bijvoorbeeld. Dit kan nodig zijn om een storing op te lossen of een onderhoudstaak uit te voeren. Daarnaast moet je de interlock schakelaars ook zoveel mogelijk anti-manipulatief maken door:
    - Verhindering van toegang tot de schakelaars
    - Verhindering van gebruik van 'substituten' om de schakelaar te activeren (vb. vork)
    - Vermijden van eenvoudig demonteerbare elementen door te lassen, rivetteren, lijmen
    - Monitoring in het control system door test cycli in te bouwen
    Tabel 3 pagina 25 is een handige tool om na te kijken welke extra maatregelen men moet nemen bij de verschillend types.

    Maskering fouten van in serie geschakelde deuren.
    Hoofdstuk 8 heeft nog een belangrijke paragraaf 8.6 over het maskeren van fouten bij in serie geschakelde interlocks van verschillende deuren. Bij een slecht contact van een van beide contacten van een switch gaat dit een fout creëren bij openen van de deur. Als men niet naar de oorzaak van de fout zoekt en een andere deur open en dicht doet, wordt de juiste startvoorwaarde gecreëerd door die andere deuren om de veiligheidsrelais weer geactiveerd te krijgen. De fout blijft echter aanwezig. Oplossingen zijn individueel bekabelen, veilige bus systemen of specifieke switchen met zelf-diagnose toepassen. De wijze van uitvoering heeft invloed op de PL die men kan bereiken. Bijgevolg kan men een PLe niet bereiken met een klassieke serieschakeling.

    Testen van niet-frequent geopende deuren.
    Tot slot nog te vermelden is dat het testen van deuren verplicht is bij niet regelmatig openen van deuren. Dit moet aangegeven en bewaakt worden door de sturing. Als er na X tijd geen test gebeurd is moet de machine automatisch stilvallen.


    Lees ook:
    Waar verschilt de ISO 14119 in tegenover de EN1088?
    Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG
    Waar zit de verantwoordelijkheid bij samenbouw?
    Wanneer is de CE-conformiteit ten laste van de gebruiker?
    EN415 update van normen voor veilige verpakkingsmachines
    Nieuwe versie van EN ISO 13849-2
    Wat zijn FEM normen?
    FEM lanceert de nieuwe FEM 9.831-1/10.3.01-1.
    Wanneer is een simulatie nodig?
    Is een grondige investeringsanalyse nuttig?
    Utilité d'une analyse d'investissement approfondie
    Euro Pool System est certifiée CE